Fundering
Bepalend voor het verdere verloop van het bouwproces en voor de juistheid van de gehele constructie is de nauwkeurigheid van de fundering. Een andere vereiste is dat thermische bruggen vermeden moeten worden. Hieronder zal worden uitgelegd hoe te voldoen aan deze eisen.
Een bodemplaat als kelderfundering De bodemplaat heeft voordelen. Het verdeelt belastingen en is gemakkelijk te produceren. Men hoeft geen funderingstroken uit te graven. Vooraf moet echter het ontwerp van de bodemplaat besproken en overlegd worden met de constructeur:
- Een dunne bodemplaat (bv. 14 cm) bespaard beton, maar benodigd een versterking in de vorm van wapeningsnetten.
- Een dikkere bodemplaat (bv. > 20 cm) benodigd meer beton, maar daardoor kan er afgezien worden van de wapeningsnetten.
De volgende werkvolgorde wordt aanbevolen:
- Eerst worden de leidingen en de elektra voorzieningen gelegd.
- Bij passieve huizen is het aanbevolen, om de ventilatie toevoer onder de kelderbodemplaat te laten lopen. Een zinvolle, prijstechnisch slimme maatregel die je levenslang energie bespaart. Dit is niet meer mogelijk als de betonnen vloerplaat eenmaal gestort is.
- Dan wordt de bodemplaat met houten balken bekist. De bovenkant van de bekisting dient nauwkeurig met de plaat gelijk te worden gezet.
- Vervolgens wordt er met onderlinge afstand van ongeveer 3 m over het gehele oppervlak staalstaven van rond 12 toegestopt. De bovenkant van de bodemplaat wordt vervolgens op alle staven met een gekleurd plakband gemarkeerd.
- Met een autobetonpomp wordt er gestort, waarbij er voor gezorgd moet worden dat er geen accumulaties ontstaan.
- Beton wordt vervolgens met een trilnaald verdicht. Dit is om de kwaliteit van het beton te verwezenlijken als ook voor de luchtdichtheid.
- De beton is door het verdichten soepel geworden, deze kan nou gemakkelijk worden afgevlinderd.
Stroken fundering onder een begane grond vloer Een “bodemplaat” wordt alleen gebruikt voor de fundering onder een keldervloer. Gebouwen zonder keldervloer moeten ten minste 80 centimeter diep, in sommige regio’s zelfs tot 100 cm diep, in vorstvrije grond gefundeerd worden. Anders zou het mogelijk zijn dat het gebouw bij vorstwerking stijgt.
In de onder getoonde uitvoering is tientallen malen in de praktijk gebleken: Naast een eenvoudige manier van verwerking (storten in een mal) is het belangrijk om op de thermische bruggen te letten. Het kan niet in de zin van energiebesparend bouwen zijn, dat de isolatie van de wanden dik uitgevoerd zijn en dat er dan op een andere plaats (thermische brug) een veelvoud van de warmte naar de bodem of naar buiten lekt. Bij de fundering kan ook de warmte via de goed geleidende betonnen kern van de wand naar de fundering en vanuit daar buiten aankomen. Dit wordt door de belangrijke perimeterisolatie (10 cm dik) en de vloer isolatie (15 cm dik) grotendeels voorkomen.
De dichtinglaag over de gehele bodemplaat voorkomt het opstijgende vocht. De folie onder de dekvloer verspert het opstijgende radongas.
1. Dichtingsfolie
2. Perimeterisolatie
3. Verticale afdichting
4. Pleisterwerk
5. Dekvloer
6. Folie
7. EPS