De goede mogelijkheid om wapening in een wand te plaatsen maakt van isorast een ideaal materiaal in aardbevingsgebieden of in gebieden met mijnbouw schade. In Griekenland en Turkije is het isorast systeem met wapening getest en heeft het certicaten gekregen voor dat de woning een aardbeving van maar liefst 9 op schaal van Richter kan doorstaan!
De verwerking van de bekisting elementen
1. Raster: De messingen aan de bovenzijde en de groeven aan de onderzijde zijn zo ingedeeld dat de elementen kunnen worden gemonteerd in een raster van 62,5 mm in de lengte- en dwarsrichting.
2. De groeven en noppen passen geheel in elkaar, zodat de elementen door een windvlaag in de regel niet weggeblazen kunnen worden.
3. De 140-mm betonkern is volgens DIN 1045 de minimaal vereiste doorsnede. Dit leidt tot een geringde beton hoeveelheid van slechts 120l/m2. De doorsnede is zodanig ontworpen dat theoretisch een zes verdiepingen tellend gebouw geen wapening benodigd.
4. Alle zijden hebben 2,5 mm diep en 17,5 mm brede groeven op een afstand van 62,5 mm t.b.v. thermische brugvrije en verbindingen. Deze groeven zijn in de vorm van een zwaluwstaart uitgevoerd en dienen als aanvulling op mechanische gipsverwerking.
5. Afstandhouders voor horizontale wapening.
6. Bij hoeken en uiteinden worden de openingen boven en onder de bruggen met eindstukken dichtgezet.
7. De bruggen lopen boven en onder schuin af tot een punt en vermijden zo luchtophopingen tijdens het storten van het beton.
8. In de andere groeven naast de EPS bruggen passen doorgaande ‘brandmuur eindstukken’.
Raster
Isorast heeft op de boven- en onderkant van het element een horizontale rastermaat van 6,25 cm waardoor de bekistingelementen perfect op elkaar aansluiten. Voor de ontwerpers betekent dit dat het alle maten verwerklijken kan, die deelbaar zijn door 6,25 cm.
Hoek- en T-verbindingen
De openingen aan de buitenzijde worden afgesloten met eindstukken. Dit veroorzaakt in dit gebied géén vermindering van de isolatielaag. In de afgebeelde 37,50 cm element heeft men om element te sluiten een paar van 25 cm eindstukken ter plaatse van de EPS brug en twee stuks 25 cm brandwerende eindstukken nodig. Bij binnenwand elementen zijn er elementen die al gesloten zijn en dus geen eindstuk meer nodig hebben. Bij hoek- en T-verbindingen moet er opgelet worden dat de verbindingsbruggen boven elkaar liggen. Dit is een bouwrechtelijke voorschrift. Om afval te vermijden, is het beter om het element door middel te snijden en het afgesneden deel op andere plaatsen te gebruiken.
Verder is het een bouwrechtelijk voorschrift dat de horizontale betondoorgang nergens minder dan 8 cm bedraagt een oppervlakte heeft van ten minste 100 cm2. De verticale doorgang moet ten minste 12 x 12 cm bedragen. Hier kan het nodig zijn dat bij de hoek- en T-verbindingen de bruggen eruit worden gesneden. Deze bruggen kunnen worden uitgesneden zonder dat dit het bekisting druk gedrag beïnvloeden tijdens de daaropvolgende betonstorting (zie figuren 4 t/m 7 van de hoek- en T-verbindingen).
Snijden
Het eruit snijden van de afzonderlijke verbindingsbruggen kan in een handomdraai worden uitgevoerd met de isorast-zaag. Ook voor het scheiden van het binnenblad is de isorast-zaag ideaal (zie afbeelding 6).
Voor exacte scheiding van 32,25 cm, 37,50 cm en 43,75 cm elementen worden twee verschillende gloeidraad snij methodes aangeboden, waarmee men op de millimeter precies kan afsnijden: het gloei snijapparaat met handbeugel en een automatische snijtafel. Isorast dealers stellen deze apparaten tegen een vergoeding ter beschikking voor gebruik op de bouwplaats.
Horizontale dichting
Voordat de isorast elementen worden gestapeld moet ten minste het gebied onder de muren zijn beschermt met een folie tegen opstijgend vocht. De folie is commercieel beschikbaar en kan verkregen worden op elke bouwmarkt of bouwmaterialenhandelaar. Het wordt simpelweg aangebracht met een schuimroller of kwast. De verwerking volgens DIN voorziet dat ook de rest van de bodemplaat moet worden geïsoleerd tegen opstijgend vocht.Dit kan gedaan worden met dezelfde folie, een kunststoffolie of een bitumineuze laag. Om beschadigingen tijdens de bouwperiode te voorkomen, moeten deze vlakken altijd pas later, vóór het leggen van de dekvloer, worden geïsoleerd tegen opstijgend vocht. Daarna dienen deze vlakken ook thermisch geïsoleerd te worden om vorstschade te voorkomen en worden beschermd tegen UV-straling.
De eerste drie rijen
De eerste drie rijen kunnen geplaatst worden. Bij deur- en kozijn- openingen plaats men de eerste twee rijen als afstandhouder door, echter wel afgeschermd met eindstukken. Na het storten kunnen de isorast elementen uit deze openingen worden gezaagd en zijn te gebruiken in de bovenste rij van de wand. Aansluitend worden de elementen in exacte positie gezet. Het wordt aanbevolen dat op de buiten hoeken, latten op de bodemplaat worden aangebracht, zodat de isorast elementen onveranderbaar zijn gepositioneerd.
afvoerleidingen
Verticale afvoerleidingen kunnen, zover het structurele draag ontwerp het toelaat, in de betonruimtes van de bekistingelementen mee gestort worden. De zorgvuldige verdichting van het beton moet in acht genomen worden. De leidingen zijn door de EPS omhulling geïsoleerd en zeer goed geïsoleerd tegen geluid door de massa van het beton. Op grond van de herziening en de gecentraliseerde installatie is er echter altijd de voorkeur aan het leggen van de leidingen in aparte installatieschachten. Een andere mogelijkheid is, als de constructie dit toelaat, een schacht te maken waarin de leidingen gelegd en nageïsoleerd kunnen worden met een steenwol.
Isorast steigerschoren
Na de verdiepingshoogte opstapeling van de bekistingelementen worden er isorast steigers gemonteerd. Deze kunnen bij de isorast-dealer worden gehuurd tegen een vergoeding. Figuur 8 is bestemd voor verkeer over loopplanken. Figuur 10 is het oude model en wordt vanwege tegenvallende resultaten absoluut door ons niet meer toegepast. De verticale steigerdelen worden op een afstand van maximaal 150 cm geplaatst en worden in elke opening met een 160 mm lange ankerspiraal in de EPS wand en EPS brug verankerd. Kan er niet in een EPS brug gemonteerd worden, dan moet de laatste rij met een contraplaat stevig vastgezet worden. Daarna worden de 270-cm schoren met vier nagels 6×60 gemonteerd in de vloer, langere schoren met 8×80 mm. Na het storten van de wand moet direct de wand nog een keer op de millimeter waterpas worden af gesteld met de verstelbare voet.
Beton en storten
- Beton kwaliteit volgens constructeur, ten minste B 15 kwaliteit vanwege het pompvermogen.
- Maximale korrel grootte van 8 mm bij elementen EPS bruggen, 16 mm voor elementen met stalen bruggen.
- Bij het beton mag geen condensors evenmin andere chemische additieven bijgevoegd worden.
- Verdichting: door porren of het afkloppen op de wand, ook met zeer kleine trilapparaten mogelijk.
Werkvolgorde
Men begint doorgaans op de vensterbanken en vult deze niet hoger dan 75 cm. Van daar uit verspreid het beton zich en gaat met verder met vullen in de hoeken. Na 45 minuten kan dan de volgende 75 cm worden gestort. Er wordt aangenomen dat de eerste storting al een vroege sterkte bereikt heeft en er geen vertragingsmiddelen toegevoegd zijn. Zo kan men daarna bij de dagkanten en de rest van deze verdieping verder gaan met storten.
Storten met transportbeton en een autobetonpomp
- De autobetonpomp moet continu regelbaar zijn.
- De pomp bediener moet over jarenlange ervaring beschikken. Hij moet in staat zijn om indien nodig ook een geringde hoeveelheid beton te kunnen storten, en moet de eind slang zonder enige problemen net boven de muur kunnen plaatsen.
- De eind slang moet 1,5 tot 2 m lang zijn en tot maximaal 60 mm en bij voorkeur 40 mm nominale diameter gereduceerd zijn. Kaart dit duidelijk bij de pompondernemingen aan.
- Het is aanbevolen om slechts een bepaalde hoeveelheid voertuigen met de levering te laten komen: De tijd voor het herladen kan zinvol voor de stortcontrole gebruikt worden.
- Als storttijdsindeling is het aanbevolen, wegens de grote tijd die nodig is (5 m3 per uur ), aan het begin van de week te beginnen. De ervaring heeft geleerd dat betonwerk voor het weekend altijd onder tijdsdruk staat.
Een verdiepingshoge storting in een keer wordt niet aanbevolen: 1. De druk op de bekisting kan te groot worden en daardoor kunnen de elementen uit elkaar klappen. 2. Om de druk op de bekisting niet te groot te laten worden, moet er minder vloeibaar beton gebruikt worden, die de kans op luchtophopingen vergroten. 3. Het beton, dat op de verbindingsbruggen blijft liggen, comprimeert de wand. Dit heeft tot gevolg dat bij de 31,25 cm, 37,50 cm en 43,75 cm elementen het binnenblad meer samengedrukt wordt dan het buitenblad. Resultaat: De muur gaat buigen, en kan alleen nog worden hersteld met grote moeite. Bij het storten met de autobetonpomp zal altijd een ervaren isorast-bewerker nodig zal zijn. De maximale stortsnelheid in een isorastwand is in de hoogte 75cm per uur.
Storten met silobeton
Storten met silobeton wordt vandaag de regelmatig toegepast. Hierbij wordt een silo van een leverancier geplaatst en gevuld met een droog mengsel met een maximale korrelgrootte van 8 mm. Op de silo wordt een kleine betonpomp met een 3/4″ waterslang aangesloten. In de mixer wordt dan het water en het droge mengsel gemengd. Hier geldt: Alleen de hoeveelheid water toevoegen dat de uitzettingsmaat van 50 cm niet wordt overschreden. Het beton moet week en elastisch zijn, maar geen “erwtensoep”. Met een handige 50 mm stortslang kunnen dan de bekistingelementen met fijn beton worden gevuld. Bij silo beton is het gevaar dat de wand niet goed gevuld wordt en daardoor luchtophopingen ontstaan minimaal.
Storten met silobeton
Zeer toepasbaar wanneer er op de bouwplaats een kraan is gemonteerd. Aanbevolen zijn kleinere kraankubels met 100 mm sluiting.
Bouwen bij vorst
Ook bij te verwachten lichte nachtvorst kan isorast worden verwerkt. Aan het einde van het werk hoeft alleen maar de laatste rij afgedekt te worden met een isolerend materiaal. De isolatie en de temperatuur van het beton voorkomen vorstschade.
Versterkingen in verdiepingswanden
Het draagvermogen van de constructie wordt alleen door de betonkern bepaald, deze berekeningen zijn in overeenstemming met de normen van beton- en gewapend betonconstructies. Door variaties van betonkwaliteit en wapening zijn nagenoeg alle vereisten van hoogbouw, zelfs bij hoogbouw met meer dan zes verdiepingen, te behalen. De ervaring heeft geleerd dat – met uitzondering van zwaar belaste onderdelen zoals lateien, kolommen en randbalken – tot zes verdiepingen vaak geen wandwapening benodigd is.
Versterkingen in de kelderwanden
Kelder muren bestaand uit een metselwerkconstructie moeten, om de belastingen bij gronddruk tegen de zijkant van de kelderwand op te vangen, overeenkomstig met de volgende tabel worden opgebouwd.
Hierbij komt, dat bij kelder metselwerk gerelateerde belastingen uitgezet zijn. Een element moet volgens DIN 1053, een minimum druksterkte van 0,5 kN/cm2 hebben en kan daarom onder omstandigheden 50 kg en meer wegen.
- Zelfs met relatief lichte poriënbeton weegt een 37,5 cm element, 62,5 cm lang, TGP 6/0,7, 41 kg bij de voorgeschreven verpakking en een normaal vochtgehalte.
In deze constructief zware delen tonen zich de voordelen van gewapend beton in combinatie met isorast:
- Wat bij een metselwerkwand bij gronddruk in de kelder door verdikking en gewicht van de wanden bereikt moet worden, wordt bij isorast bij een dunnere wanddikte met wapening ook bereikt.
Fragment uit de isorast constructietypen voor kelder muren tot 2,75 m hoogte van isorast bekistingelementen met 14 mm netto betondoorsnede en bij samenhangende bodem:
Uitvoering (altijd volgens opgaaf constructeur):
- In elke rij horizontale verdeelwapening plaatsen.
- In de eerste, vijfde en laatste rij nog een rond 6 staaf in de tweede groef plaatsen(zie fig. punt 1).
- Versterking daar waar de trekkracht ontstaat: overgedragen aan de binnenkant.
- Versterkingswapening vastzetten en elkaar minimaal 30 cm laten overlappen.
- Na verdiepingshoge stapeling in elke kamer, verticale wapening plaatsen, plaatsen tussen de dubbele verdeelwapening van de eerste, de vijfde en laatste rij (zie fig. punt 3). Zo staat de verticale wapening in elke laag vast en kan het niet los gaan zitten of verplaatsen.
- Stekken uit de bodemplaat zijn doorgaans niet noodzakelijk, als de eerste rij isorast elementen brandwerend uitgevoerd zijn.
1: Verdeelwapening
2: Ter plaatse van eerste, vijfde en laatste rij
3: Verticale wapening volgens tabel